Het Gindrahuis
Het Gindrahuis dankt haar naam aan de kunstschilder Joseph Gindra (1862-1938). Op advies van zijn vriend, en eveneens kunstschilder, Victor de…
Het Gindrahuis dankt haar naam aan de kunstschilder Joseph Gindra (1862-1938). Op advies van zijn vriend, en eveneens kunstschilder, Victor de Buck vestigde hij zich in het, toen nog, schilderachtige plaatsje Bladel. De twee kunstenaars waren tijdgenoten van Vincent van Gogh. Ze horen bij de eerste generatie kunstenaars die foto’s gebruikten als studiemateriaal voor schilderijen. Met hun toestel trokken ze erop uit om boeren op het land te fotograferen. Joseph Gindra liet in 1895 het herenhuis bouwen, dat nu bekend staat als het Gindrahuis. Hij ging er samen met vrouw en kind wonen. In het nieuwe huis werden in het gezin Gindra later nog drie dochters en twee zonen geboren. Vaste kostganger was Victor de Buck, die vanaf 1906 een deel van het huis huurde. Later, toen Gindra het niet meer kon opbrengen, draaiden de rollen om: De Buck werd eigenaar en de familie Gindra huurder. In 1914 werd Joseph Gindra opnieuw eigenaar en tot 1977 bleef het huis in handen van de familie. In dat jaar verwierf de gemeente Bladel het pand.
Spookhuis
Nog altijd bestaan er in Bladel verhalen rondom het Gindra-huis, van oudsher ook als ‘spookhuis’ betiteld. De Buck was een zonderlinge verschijning, in zwarte cape gehuld, en Gindra stond – naast zijn schilderijen – ook bekend om zijn vele maîtresses en weerbarstige karakter. Van buiten leek het gezin rijk, binnen heerste platte armoede. Dan is er nog het gegil van de door godsdienstwaan achtervolgde dochter en een door liefde verblinde Gindra-telg. En vooral de mysterieuze verdwijning van Victor de Buck. De Buck verdween in 1914. Officieel is onbekend waarheen, volgens overleveringen is hij begraven in de achtertuin. Een tuinman vond na de oorlog menselijke botten in de tuin, maar deze werden weggegooid als zijnde van een onderduiker geweest. Na de verdwijning van De Buck, juist eigenaar van het pand, werd het Gindra-huis geveild. De koper: Joseph Gindra. Die kon plots beschikken over de opbrengst van de verkoop van de bezittingen van Victor de Buck. Een mooie toevalligheid of – zoals sommige fluisteren – een vooropgezet plan? Was het einde van De Buck misschien een gewelddadige? Niemand die het weet. De Belgische bakstenen zwijgen, maar soms kraakt de trap…...
Bron: 't Gindrahuis